Nieuws 06 juni 2024

112de Internationale Arbeidsconferentie

Sociale rechtvaardigheid versterken, waardig werk promoten

Op 3 juni ging in Genève de 112de Internationale Arbeidsconferentie, de jaarlijkse bijeenkomst van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), officieel van start. Meer dan 4.000 vertegenwoordigers van regeringen, werkgevers en vakbonden uit de 187 lidstaten schreven zich in en schuiven aan voor twee weken van discussie en onderhandeling in het ‘wereldparlement van werk’.

Ze zullen het onder andere hebben over biologische gevaren, over waardig werk in de zorgeconomie en over fundamentele principes en rechten op het werk. En uiteraard zal de Commissie van de Normen ernstige inbreuken op de conventies van de IAO bespreken. Het uitgebreid rapport van directeur-generaal Gilbert F. Houngbo, getiteld ‘Naar een vernieuwd sociaal contract’, loopt als een rode draad doorheen de conferentie. De delegatieleiders zullen er hun steun voor betuigen en/of er hun kritiek over spuien in toespraken voor de plenaire vergadering.

De conferentie streeft naar een internationale norm over biologische gevaren. Daar heeft de coronacrisis, die nog vers in ons geheugen zit, natuurlijk veel mee te maken. Het proces is gespreid over twee jaar en de belangrijkste vraag is of het een conventie dan wel een aanbeveling moet worden, of beide. Het gaat daarbij zowel om werkzaamheden waarbij biologische agentia (zoals bacteriën, virussen en schimmels) zijn betrokken als om situaties van algemene volksgezondheid (zoals een epidemie of pandemie) waarin ook werknemers blootgesteld kunnen worden.

Een specifieke commissie buigt zich over waardig werk in de zorgeconomie en het resultaat van die discussie wordt een resolutie, een aanbeveling of een combinatie van beide. Dat zijn niet-bindende instrumenten, maar ze hebben wel veel politiek gewicht. Het is belangrijk om te focussen op skills in het aantrekken van medewerkers en om de positieve rol van de private sector te onderlijnen. Daarnaast mogen we het belang van publiek-private samenwerkingen niet onderschatten om op een efficiënte en innovatieve manier tegemoet te komen aan zorgnoden. Tot slot vragen de genderdiscussies in de brede zorgeconomie voldoende nuance om de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt te faciliteren.

De commissie voor het zogenaamde recurrente item, een jaarlijkse oefening om afwisselend een van de vier pijlers van de IAO voor sociale rechtvaardigheid tegen het licht te houden, focust deze keer op de strategische doelstelling van fundamentele beginselen en rechten op het werk (vrijheid van vereniging en het recht op collectieve onderhandeling, verbod op kinderarbeid, gedwongen arbeid en discriminatie, en een veilige en gezonde werkomgeving). In dat kader moet de Commissie dit jaar conclusies presenteren over vragen als: wat zijn de ontwikkelingen sinds 2017? Welke lessen kunnen we trekken uit die evaluatie? Wat zijn de prioriteiten en welke maatregelen moeten we nemen om universele ratificatie en effectieve tenuitvoerlegging van de fundamentele verdragen van de IAO te bereiken?

Ten slotte is er nog het tribunaal van de conferentie, de permanente Commissie van de Normen die een reeks gevallen van niet-toepassing of inbreuken op de internationale normen bespreekt. 24 landen moeten zich verantwoorden. In vier gevallen gaat het om vermeende fundamentele inbreuken. Voor de goede orde: België staat niet op de lijst. In diezelfde commissie vindt, zoals ieder jaar, een discussie plaats over een specifiek thema, en dat is deze keer  arbeidsadministratie.

Tegen het einde van de conferentie, op 13 juni, vindt de inaugurele bijeenkomst van de Global Coalition for Social Justice plaats. Die coalitie, geleid door de IAO, streeft wereldwijd naar het bevorderen van sociale rechtvaardigheid door middel van samenwerking tussen verschillende stakeholders. De conferentie zal ook nog de leden van de raad van bestuur (her)verkiezen voor een termijn van drie jaar.

De VBO-delegatie die actief deelneemt aan de debatten bestaat uit Kris De Meester, Annick Hellebuyck, Ineke De Bisschop, Marie-Lise Pottier, Jan Denys (Randstad) en Michael De Gols (Unisoc). Als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven in België, is het voor het VBO belangrijk om op de eerste rij te zitten bij internationale discussies over werk in een streven naar een zo gelijk mogelijk speelveld voor ondernemingen en organisaties en naar omstandigheden die duurzaam ondernemen aanmoedigen en mogelijk maken.

> Zie ook ilo.org en internationalview.org.

Deel deze pagina:
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.