In de aanloop naar de verkiezingen, zoeken politieke partijen en kandidaten contact met kiezers, waaronder via ondernemingen, om hen gerichte politieke boodschappen sturen. Maar welke persoonsgegevens mogen ze daarvoor gebruiken? Mogen ze gegevens gebruiken die zijn verzameld in het kader van hun eigen professionele activiteit of gegevens uit de databanken van overheidsinstanties?
De Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) herinnert aan de basisregels die van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens voor verkiezingsdoeleinden. Daartoe publiceerde ze een informatienota over gegevensbescherming bij gepersonaliseerde verkiezingsboodschappen die per post of elektronisch worden verstuurd.
Over het algemeen is het versturen van persoonlijk geadresseerde verkiezingsboodschappen volkomen aanvaardbaar, op voorwaarde dat de daarvoor gebruikte persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de GDPR en de verschillende beginselen ervan.
Wat is toegelaten, wat niet?
Of het nu gaat over het online overbrengen van politieke boodschappen via sociale media en onlineadvertentietechnologieën of het versturen van papieren verkiezingspropaganda naar kiezers per gewone post, als politieke partijen of kandidaten daarbij gebruik maken van persoonsgegevens moeten ze erop toezien dat de verzamelde gegevens enkel worden gebruikt voor een doel dat verenigbaar is met het oorspronkelijke doel. Het is dus bijvoorbeeld niet mogelijk voor een kandidaat om een klantenbestand dat in de context van zijn beroep is verkregen, te gebruiken om verkiezingsboodschappen naar de genoemde klanten te sturen.
Ook mag een kandidaat openbaar beschikbare gegevens (bv. op fora, huwelijks- of geboortelijsten …) niet hergebruiken voor verkiezingsreclame.
De GBA vestigt ook de aandacht op (nieuwe) technologieën zoals gegevensanalyse en microtargeting, en op de risico’s die ze met zich meebrengen op het gebied van transparantie en billijkheid van de verwerking van persoonsgegevens. Het is dus bijzonder belangrijk om de GDPR na te leven om ervoor te zorgen dat de gegevens van kiezers correct worden gebruikt.
Personen die verkiezingsreclame ontvangen kunnen bovendien een aantal rechten uitoefenen, waaronder het recht om inzage te vragen van de gegevens die door de partij of kandidaat over hen worden verwerkt en het recht om te weten waar de gebruikte persoonsgegevens vandaan komen.
En na de verkiezingsdag?
Alleen het Nieuw Brussels Gemeentelijk Kieswetboek bepaalt uitdrukkelijk dat eenieder die in het bezit is van een afschrift van de kiezerslijst, dat afschrift moet vernietigen uiterlijk op de dag na de verkiezingsdag waarvoor de originele kiezerslijst was opgesteld.
Het Vlaams Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet en het Waals Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie laten weliswaar slechts gebruik van de kiezerslijst toe in de periode die valt tussen de datum van de terbeschikkingstelling van de lijst en de verkiezingsdatum, maar bevatten geen expliciete verplichting om de verkregen lijsten na de verkiezingsdag te vernietigen.
Gezien het federaal Kieswetboek het gebruik van de kiezerslijst ook toelaat buiten de periode die valt tussen de datum van de terbeschikkingstelling van de kiezerslijst en de verkiezingsdatum, houdt die wetgeving per definitie geen verplichting in om de verkregen kiezerslijst na afloop van de verkiezing te vernietigen.
De Brusselse kieswetgeving is op dat vlak het meest ‘gegevensbeschermingsvriendelijk’.
Lees meer artikels over:
