Nieuws 19 juli 2024

Uitkeringen in de tijd beperken en werklozen ondersteunen

Na de recente verkiezingen en de vorming van nieuwe gewestelijke en mogelijk federale coalities wordt de beperking van de werkloosheidsuitkeringen een aannemelijke optie als activeringsmaatregel. Het laatste rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid over de toestand van de arbeidsmarkt in België1 benadrukt de dringende nood aan sterke structurele maatregelen, met name maatregelen met betrekking tot de uitkeringsduur van het werkloosheidsstelsel. Het VBO had het zelf niet beter kunnen verwoorden.

Laten we vertrekken van een objectieve vaststelling: in België blijft de participatiegraad op de arbeidsmarkt (bevolking van 15 tot 64 jaar) te laag. In 2023 bedroeg die 70,5%, nog steeds ver onder het internationale gemiddelde.

Tegelijkertijd blijft de vacaturegraad hoog. Er zijn momenteel ongeveer 185.000 vacatures die blijven openstaan om verschillende redenen: een tekort aan sollicitanten, een mismatch tussen de (door bedrijven) gezochte en de (door sollicitanten) aangeboden vaardigheden en de geografische immobiliteit van werkzoekenden.

In het verleden werd de werkgelegenheidsgraad van 55- tot 59-jarigen alleen aanzienlijk verhoogd toen we de moed hadden om de mogelijkheden om de arbeidsmarkt vroegtijdig te verlaten te beperken.

Wijdverspreide activeringsmaatregelen, betere begeleiding van werkzoekenden en restrictieve werkloosheidsverzekeringsmaatregelen. Die combinatie is nodig om de werkgelegenheidsgraad te verhogen.

Voorstel van het VBO

Het VBO steunt het beperken van werkloosheidsuitkeringen tot twee jaar en andere essentiële maatregelen:

  • (1) Werkloosheidsuitkeringen moeten beperkt worden tot twee jaar en degressief zijn over 3 periodes. Tijdens de eerste periode zou de vergoeding hoger moeten zijn dan ze nu is om de eerste schok van het inkomensverlies op te vangen en de werknemer in staat te stellen rustig op zoek te gaan naar een nieuwe baan. 

    De degressiviteit kan pas later worden opgeschort als de werknemer een opleiding volgt, op voorwaarde dat die werkelijk bijdraagt aan zijn inzetbaarheid (voorrang voor opleidingen voor knelpuntberoepen).
  • (2) Het ondersteuningsbeleid voor werkzoekenden moet worden versterkt om beter in te spelen op hun inzetbaarheidsniveau. De prioriteit moet liggen bij het zo vroeg mogelijk opleiden, kwalificeren en begeleiden van mensen naar werk.

    Het feit dat iemand werkloos is, is op zich geen belemmering voor aanwerving, maar de duur van de werkloosheid is dat wel. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat de gewesten een absolute prioriteit maken van de begeleiding van werkzoekenden vanaf ‘dag één’.

    Kortgeschoolde werkzoekenden of werkzoekenden die moeilijkheden ondervinden bij het betreden van de arbeidsmarkt, moeten gerichte steunmaatregelen kunnen genieten, waaronder opleidingen die zijn aangepast aan laaggekwalificeerde jobs en die basisvaardigheden omvatten.
  • (3) De stijging van de werkloosheidsuitkering moet worden aangepast om te voorkomen dat ze, net als andere sociale uitkeringen, sneller stijgt dan de lonen.
  • (4) Ten slotte moeten alle sociale voordelen die aan werklozen worden toegekend, gekoppeld zijn aan het inkomensniveau in plaats van aan het statuut, om het verschil tussen inkomen uit arbeid en inkomen uit werkloosheid te benadrukken en zo obstakels voor de terugkeer naar werk uit de weg te ruimen.
  1. 1 https://hrw.belgie.be/nl/home/verslagen-adviezen/verslagen-2024/stand-van-zaken-op-de-arbeidsmarkt-belgie-en-de-gewesten-juli-2024 ↩︎
Deel deze pagina:
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.