Opinie

Structurele handicaps wegen op conjunctuurherstel

Twee keer per jaar bevraagt het VBO zijn sectorfederaties om de economische temperatuur op te meten. Op basis van die enquête (mei 2024) maken onze Chief Economist en zijn team de balans op van de Belgische economische situatie. Daaruit blijkt dat er zich een voorzichtig Europees conjunctuurherstel aandient, maar dat de Belgische bedrijven daar in veel beperktere mate van genieten dan andere landen. Dat is voornamelijk het gevolg van een aantal structurele handicaps van onze Belgische economie.

De eerste handicap situeert zich op het vlak van de energiekosten. De Europese gasprijzen mogen dan al flink zijn gedaald, ze blijven nog altijd vele malen hoger dan in de VS. Daarnaast ligt de elektriciteitsprijs voor elektro-intensieve industrieën in België aanzienlijk hoger dan in Frankrijk en Duitsland. Volgens een benchmarkstudie van Deloitte (2024) zouden de elektriciteitsprijzen voor bedrijven in België tussen 10 à 20% hoger liggen dan gemiddeld in de drie buurlanden, afhankelijk van het afnamevolume en de regio waarin het bedrijf zich bevindt.

Hoge kosten en arbeidsmarkttekorten beperken herstel

Daarnaast torsen onze bedrijven een tweede grote handicap op het vlak van loonkosten. Door de uitermate forse automatische loonindexeringen in de loop van 2022 en begin 2023 (+14%), liep onze absolute loonkostenhandicap volgens de cijfers van de CRB opnieuw op van 9,8% in 2021 tot 13,1% in 2023.

Die twee handicaps wegen op de kostencompetitiviteit van de Belgische bedrijven, vooral in de industriële en ook meer en meer in de handelssector. In die twee grote delen van onze economie, actief in een sterke buitenlandse of digitale concurrentiële context, kunnen de gestegen kosten niet of nauwelijks worden doorgerekend in de eindprijzen. Tenzij met een sterk verlies van marktaandeel.   

De werkgelegenheidsgroei in de privésector viel zo goed als stil

Binnen die context hoeft het dan ook niet te verbazen dat we de voorbije maanden meer geluiden over herstructureringen (Ontex, Beaulieu, Milcobel, Esprit, Decathlon, FedEx …), faillissementen en delokalisaties (Van Hool, Sappi, Innovia) hoorden. Bovendien brokkelde de instroom van directe buitenlandse investeringen naar ons land de voorbije jaren af. Dat deed de werkgelegenheidsgroei in de privésector zo goed als stilvallen, met een duidelijke daling in de industrie.

Daarnaast bevat ons socialezekerheidssysteem nog altijd te weinig stimuli voor inactieven om (opnieuw) aan de slag te gaan. Tekenend is het verschil in activiteitsgraad tussen Oekraïense vluchtelingen in België (28% van de 18- tot 65-jarigen) en Nederland (55% van de 15- tot 65-jarigen) één jaar na hun aankomst.

Die schrijnende onderbenutting van het arbeidspotentieel bezorgt de Belgische bedrijven een bijkomende zware handicap, met name de moeilijkheid om genoeg (geschikte) arbeidskrachten te vinden om hun potentiële groei te realiseren.

Verkiezingsuitslag biedt kans op coherent beleid

We hopen dan ook dat er snel nieuwe regeringen worden gevormd die die handicaps krachtdadig aanpakken.

De politieke kaarten lijken gunstig om te komen tot een coherent en doortastend geheel van sociaaleconomische hervormingen. Voor het Belgische bedrijfsleven moeten minstens de volgende prioriteiten worden aangepakt:

  • Herstel van het concurrentievermogen van de bedrijven door een matiging van de loonkosten, lagere energieprijzen en minder administratieve lasten.
  • Verminderen van de arbeidsmarktkraptes door een meer activerend beleid inzake werkloosheid (beperken in de tijd) en langdurig zieken.
  • Versoepelen van de te rigide regels inzake arbeidsorganisatie (avondwerk, weekendwerk, overuren …).
  • Verbetering van de overheidsefficiëntie op alle bevoegdheidsniveaus.

Pas als de nieuwe regeringen in ons land dat ter harte nemen, kan het groeipotentieel van onze economie toenemen en de werkgelegenheidsgraad evolueren richting 80%. En dat is precies wat nodig is om die andere grote uitdaging aan te pakken: het reduceren van het té omvangrijke Belgische overheidstekort.

Wanneer zo’n beleid gericht op groei en jobs tegen de tweede helft van de legislatuur zijn vruchten begint af te werpen – en er dus budgettaire ruimte ontstaat -, kan er ook worden gedacht aan een fiscale hervorming die werken aanzienlijk lonender maakt. Een taxshift op korte termijn op de rug van de bedrijven is allerminst een goed idee.

>> Lees de volledige conjunctuuranalyse van het VBO

Deel deze pagina:

Lees meer artikels over:

Over de auteurs
This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.